This post is also available in: 
Eerder schreven we al blogs over de verschillende verdedigings- en service technieken bij beachvolleybal. Want ondanks dat veel hetzelfde is als bij zaalvolleybal zijn er toch wel degelijk verschillen. Zo speel je beachvolleybal natuurlijk op het zand ipv een harde ondergrond, bestaat je team uit twee personen ipv zes en mag je bijvoorbeeld een bal niet met zacht contact het net overspelen. Dus een bal bovenhands het net overspelen kan je bij beachvolleybal beter niet doen want dat kost je een puntje. Maar hoe kan je dan wel aanvallen?
Smash!
Ja, heel moeilijk is het niet. Is er een goede pass en een mooie set? Smash de bal er dan gewoon lekker overheen, met harde hand.
De smash in beachvolleybal is vergelijkbaar met die in zaalvolleybal, omdat de uitvoering hetzelfde is. Het is een hard schot dat moeilijk te verdedigen is vanwege de snelheid. Nadat de bal is gepasst, springt de aanvallende speler zo hoog mogelijk en probeert de bal krachtig voorbij het blok of de veldspelers te smashen. Het is niet alleen de kracht die belangrijk is, de bal moet zo precies mogelijk worden gespeeld, zodat het moeilijker is om de bal te verdedigen.
Perfecte timing is essentieel voor een smash. Aan de ene kant moet de set heel precies en op de juiste hoogte zijn, en aan de andere kant moet de sprong op het juiste moment gebeuren om de bal met voldoende kracht te kunnen spelen. De hoogte van de sprong van de aanvaller is ook cruciaal, want hoe hoger je springt hoe makkelijker je de bal strak over het net kan slaan. En dat is nog best een uitdaging op het zand. Is hoog springen niet jouw sterke kant probeer dan de volgende aanval.
Een cutshot
Een eerste variant is het cutshot. In het cutshot wordt de bal voorbij het blok net achter het net gespeeld. Dus een aanval waarbij je iets inhoudt maar net genoeg om over of langs het blok te slaan. Dit is dus een zacht geslagen, geplaatste bal met open hand. Ondanks dat de bal zacht geslagen is, is het contact met de bal natuurlijk wel hard.
Poke shot
De laatste variatie is de poke shot. Het doel van het poke shot is om de bal achter het net te plaatsen. Het is echter ook mogelijk om de blokspeler met deze techniek te overspelen. In het poke shot wordt de bal met de knokkels gespeeld. Dat vergt wat oefening maar werkt vrij goed. Een speciale vorm van de poke shot is de cobra shot. Hier komt de bal niet in contact met de knokkels, maar met de vingertoppen van de puntige hand. Deze techniek wordt vooral gebruikt om de tegenstanders uit te spelen.
Omdat je beachvolleybal maar met z’n tweeën speelt is er genoeg ruimte om een prikballetje goed te plaatsen.
Net zoals bij zaalvolleybal heb je ook bij beachvolleybal verschillende richtingen om de bal te slaan. Een bal ver achterin of een lekker prikballetje (poke shot) achter het blok. Net achter het net of net voor de achterlijn. Rechtdoor of diagonaal. Uiteraard is het, bij alle aanvallen, belangrijk om goed te kijken waar de verdediging staat.
Lijn- of regenboogshot
We hebben het hier kort over het lijnschot en het regenboogschot. Beide varianten zijn hetzelfde, maar verschillen in het doel of de richting waarin de bal wordt gespeeld. Het lijnschot wordt langs de lijn gespeeld, terwijl het regenboogschot diagonaal wordt gespeeld. Het doel van deze twee schoten is om gebruik te maken van de vrije ruimte achterin het veld. Deze kunnen ook makkelijk gespeeld worden als je sprong niet echt hoog is. Speel de bal iig langs of over het blok maar ook strak genoeg dat de achterspeler er niet makkelijk bij kan. En zoek de hoekjes op. Dat werkt altijd goed.
Dit was weer de laatste blog in het rijtje ‘beachvolleybal technieken’. Geïnspireerd geraakt? Kom eens een keertje meetrainen! Of, als je dat iets teveel van het goede vindt, zondag 19 maart is er weer een beachvolleybal toernooi in Sportcampus Zuiderpark. Hou je mail in de gaten voor het aanmeldformulier (vol=vol).
Meer info over beachvolleybal? Klik hier. En wil je de beachvolleybal regels nog eens doornemen? Klik dan hier.
Heb je een vraag of zie je een foutje? Mail ons.