Sommige Sovicossers spelen al jaaaaaaaaren volleybal en anderen zijn nieuw in de sport. Of je nou 65 jaar volleybal speelt of net bent begonnen, bij ons is iedereen welkom om te volleyballen. Heb je nou nog nooit gevolleybald, of ben je net begonnen, dan hoor je weleens wat gekke dingen in de zaal zoals ‘pancake’, ‘chicken wing’ of ‘pepper’. Dat heeft, hoe gek ook, niks met eten te maken. Dus om je een beetje wegwijs te maken in de sport hebben we een aantal veel voorkomende volleybal begrippen op een rijtje gezet. Overigens, ook handig voor iedereen die al lang volleybal speelt maar niet thuis is in de begrippen.
Ok, hier komen er een aantal:
Pipe
Dit is een aanvalsmethode die door de passer/loper of midden wordt uitgevoerd. De speler probeert de tegenstanders te verrassen met een ‘vroeg’ schot van minimaal twee meter vanaf het net. De pipeaanval is dus een aanval door het midden waarbij gesprongen wordt vanachter de driemeterlijn.
Touché
Touché is een begrip die volleyballers vaak gebruiken om aan te geven dat iemand van je team de bal bij een aanval uitslaat, maar één van je tegenstanders de bal nog als laatste aan heeft geraakt. De bal gaat bv. via het blok uit.
Ook handig om ‘touché’ te roepen als je zelf de bal aanraakt bij een blok maar de bal alsnog doorschiet naar achteren. Zo weten je teamgenoten dat ze de bal niet uit moeten laten gaan maar juist moeten verdedigen.
Pancake
Wanneer jij de bal speelt doormiddel van een pancake dan leg je jouw hand plat op de grond en laat je de bal daarop vallen. Hierdoor gaat de bal omhoog en kan een teamgenoot de bal doorspelen naar de tegenstander of een andere teamgenoot. Vaak zie je een pancake in een uiterste poging om de bal in ‘leven’ te houden. Men duikt dan op de grond en plaats de hand daar waar de bal op de grond zou stuiteren.
Ace
Een ace is een opslag die direct op de grond en binnen het veld stuitert. De tegenstander slaagt er dus niet in om de bal te verdedigen.
Blok
Een bal die over het net wordt geslagen en daar vrijwel direct wordt geblokt door de verdedigende spelers aan het net heet een blok. Zij blokken de bal met één of twee handen/armen en duwen de bal direct naar beneden. Zo hopen zij direct een punt te scoren met hun blok. Gaat de bal echter via hun buiten het veld dan krijgen ze een punt tegen.
Floater
Een floater is een opslag die erg zwabbert. De bal beweegt dusdanig heen en weer tijdens zijn vlucht naar de vijandelijke helft dat de tegenstanders het erg lastig hebben om de bal goed te verwerken. Om een floater te kunnen slaan heb je techniek nodig en moet je veel oefenen.
Staffel
Dit is een aanvalstactiek waarbij twee spelers dicht bij elkaar staan. De eerste van de twee werkt als bliksemafleider voor de ander. Dit doet hij door een set-up die zijn kant wordt opgespeeld niet te smashen. Hij laat de bal lopen voor de speler die achter hem komt. Die speler kan hem vervolgens slaan en profiteren van de verwarring en hierdoor slechte positionering van de tegenstander.
Steek
Bij deze aanvalstactiek, die meestal op wat hogere niveaus plaatsvindt, springt de aanvaller die de bal moet gaan smashen op vrijwel hetzelfde moment als dat de set-up wordt aangespeld door de spelverdeler.
Stijg
Deze aanvalstactiek is nog iets sneller dan de bovenstaande. Bij deze tactiek springt de aanvaller al voordat hij de set-up krijgt. Hij staat dichtbij de spelverdeler en slaat de bal eigenlijk min of meer uit de handen van de spelverdeler. Deze aanvalstactiek is zo snel en onverwachts dat tegenstanders hier maar lastig op kunnen anticiperen, maar is vanwege de moeilijkheidsgraad ook een risico.
Dragen van de bal
Een fout waarbij de volleybal te lang in de handen van de speler wordt gehouden.
Twee keer spelen
Een fout waarbij een speler twee keer op rij de volleybal raakt.
Een tip bal / prikbal
Een soft hit-aanval die net over het blok geplaatst (niet geslagen) wordt om de bal snel over het net te krijgen.
Voetfout
Bij deze fout stap je met je voet net over de lijn, bv. de achterlijn bij serveren of de drie meter lijn bij een drie meter aanval.
Dubbel fout
Niet echt een fout maar bij dubbel fout heeft de scheidsrechter niet gezien of er gescoord is, bv. hij/zij heeft niet gezien of de bal in of uit werd geslagen. Het kan ook zijn dat een dubbel fout wordt gegeven als er een bal (of persoon of wat dan ook) in het veld komt die niet bij het spel hoort.
Chicken wing
Een term die vooral bij beachvolleybal gebruikt wordt is de: “Chicken wing”. Deze term verwijst naar wanneer een verdedigende speler snel moet reageren op een bal en ze gedwongen worden hun gebogen armen op te heffen om de bal te graven.
Pepperen
Dit is een zeer populaire opwarmingsoefening, waarbij meestal twee spelers betrokken zijn. Deze oefening wordt gebruikt om de balcontrole te oefenen en te perfectioneren. Het is ontstaan uit een oefening die traditioneel in honkbal wordt gebruikt. Het is een makkelijke maar leuke oefening waarbij speler 1 de bal bovenhands op speler 2 speelt. Speler 2 slaat de bal vervolgens op speler 1 die de bal terugpasst naar speler 2. Speler 2 speelt vervolgens bovenhands naar speler 1. Nu smasht speler 1 op speler 2, die vervolgens terugpasst en zo gaat het door.
Cut shot
Dit is een soort aanval in het volleybal waarbij de speler de bal in een extreme hoek over het veld slaat, waardoor deze bijna evenwijdig aan het net is. En dat binnen de drie meter lijn.
Een dump
Een verrassingsaanval die meestal wordt uitgevoerd door een setter (die aan het net staat) om de verdediging te overrompelen; vaak uitgevoerd met de linkerhand, soms met de rechterhand.
Vrije bal
Een bal die over het net wordt gepasst omdat een aanval niet mogelijk was.
Gestolen bal
Bij een ‘gestolen bal’ wordt de bal op jouw speelhelft gespeeld (meestal getipt) door een speler uit het andere team voor of tijdens de set-up terwijl de bal nog net niet over het net is geweest.
Het gat
De coach geeft weleens in de wedstrijd aan waar de gaten zitten. Vaak ver in de hoeken en een mooi gat in het midden. Dit houdt in dat er geen verdedigers staan en je er dus ‘makkelijker’ kunt scoren.
Sky ball
Een onderhandse service waarbij de bal ongewoon hoog in de lucht wordt geserveerd boven het veld van de tegenstander in een poging de ontvanger in verwarring te brengen.
En daar laat ik het even bij. Er zijn nog veel meer termen bij volleybal. Voor sommige begrippen verschilt het hoe ze gebruikt worden. Zo verschillen de namen van aanvallen (bv. de drie meter aanvallen worden soms in nummers (1,2,3) en soms in letters (A,B,C) aangeduid) per team.
Wil je nou toch meer termen weten? Stuur dan een e-mail naar de redactie en bij genoeg vraag kunnen we een pagina maken met (alle of bijna alle) volleybaltermen. En gebruik jij (of jouw team) nou vaak een begrip die je hier niet terugvindt? Laat het ons ook vooral weten, dan voegen we ‘m toe!
