This post is also available in: Engels

Volleybalvereniging Sovicos doet er alles aan om een gezellig en veilig sportklimaat te creëren. Maatregelen worden genomen om vervelende situaties te voorkomen, zoals bijv. het verplicht stellen van een VOG (Verklaring Omtrent het Gedrag) voor trainers en ander kader en het beschikbaar zijn van vertrouwenscontactpersonen. Ook het actief communiceren van normen en waarden kan bijdragen. Hieronder worden gedragsregels genoemd die voortvloeien uit onze waarden en normen en tevens in lijn zijn met de NeVoBo gedragscode.

Natuurlijk moeten normen en waarden, en hoe we met elkaar omgaan, gedragen worden door de leden zelf. Door het goede voorbeeld te geven en kaders te stellen proberen we dit te waarborgen.

Normen & Waarden

Respect & Veiligheid: binnen de vereniging behoren alle leden en bezoekers zowel in als buiten het veld iedereen met respect te behandelen. Hieronder hoort ook het creëren van een veilig sportklimaat, waarbij een ieder zich thuis en veilig voelt.

Openheid & Toegankelijkheid: we streven een vereniging te zijn die toegankelijk is voor een brede groep mensen uit de Haagse samenleving en omstreken. We zijn een transparante volleybalvereniging waarbij het beleid, de kernwaarden en kerndoelstellingen voor iedereen inzichtelijk zijn. Door middel van elkaar positief aanspreken en van feedback te voorzien, behouden we een prettige sfeer.

Boeien & (Ver)binden: we streven er na een grote mate van verbondenheid te creëren tussen leden en betrokkenen onderling, door samen te werken, activiteiten te organiseren en alle volleybal activiteiten zoveel als mogelijk te centraliseren in één accommodatie. We willen een wij-gevoel creëren.

Sportief presteren: naast het waarborgen van de breedtesport willen we ook zeker graag onze ambities waarmaken door met dames en heren op een zo hoog mogelijk niveau te acteren. Dit altijd met behoud van een sportieve houding.

Samenwerken: samenwerken binnen de vereniging om de vereniging draaiende te houden en een mooie en aantrekkelijke plek te bieden voor iedereen die volleybal een warm hart toedraagt.
Dit betekent dat elk lid op zijn tijd de handen uit de mouwen moet steken. Daarnaast werken we voortdurend aan samenwerking met scholen, de gemeente en maatschappelijke instanties ten einde onze maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen en een positieve rol te spelen binnen de Haagse samenleving.

Gedragsregels voor Spelers, Ouders en Trainers /Coaches

Bovenstaande waarden en normen leiden tot de volgende concrete gedragsregels.

Spelers/speelsters – Wat wordt gewenst als gedrag?

Fair-play tijdens en na training en wedstrijd, d.w.z.:

  • Wij zijn gastheer tegenover het team dat ons bezoekt;
  • Respect voor de tegenstander, correcte houding, geen intimidatie;
  • Eerlijkheid, ook wanneer dit niet in eigen voordeel is;
  • Ieder teamlid op gelijke wijze en met respect benaderen;
  • Betrokkenen en omstanders met respect benaderen;
  • Geen dronkenschap of overmatig alcoholgebruik tijdens/na de wedstrijden.

Bevorder een positieve sfeer, d.w.z.:

  • Wees hulpvaardig voor spelers die moeite hebben om zich sociaal te binden aan het team;
  • Spoor medespelers aan tot respectvol en sportief gedrag wanneer nodig;
  • De vereniging kan alleen maar bestaan met behulp van vrijwilligers: bied jezelf aan om te helpen;
  • Indien je gevraagd wordt voor hulp, wees bereid om je handen uit de mouwen te steken;
  • Heb begrip voor andermans (on)mogelijkheden;
  • Praat positief / coachend over elkaar;
  • Praat positief over Sovicos op Facebook, Twitter etc..

In relatie tot een veilig klimaat:

  • Ik accepteer en respecteer de ander zoals hij/zij is en discrimineer niet;
  • Iedereen telt mee binnen de sportvereniging;
  • Ik houd rekening met de grenzen die de ander aangeeft;
  • Ik val de ander niet lastig, ik berokken de ander geen schade;
  • Ik scheld niet en maak geen gemene grappen of opmerkingen over anderen;
  • Ik vecht niet, ik gebruik geen geweld, ik bedreig de ander niet, ik neem geen wapens mee;
  • Ik kom niet ongewenst te dichtbij en raak de ander niet tegen zijn of haar wil aan;
  • Ik geef de ander geen ongewenste seksueel getinte aandacht en ik stel geen ongepaste vragen en/of maak geen ongewenste opmerkingen over iemands persoonlijk leven of uiterlijk;
  • Als iemand mij hindert of lastig valt dan vraag ik hem/haar hiermee te stoppen. Als dat niet helpt, vraag ik een ander om hulp;
  • Ik help anderen om zich ook aan deze afspraken te houden en spreek degene die zich daar niet aan houdt erop aan en meldt dit zo nodig bij het bestuur.

Waarop kunnen we spelers aanspreken?

Voor de duidelijkheid volgen hieronder als voorbeeld enkele specifieke situaties, die onder andere kunnen leiden tot het verstoren van de trainingen en wedstrijden, zoals:

  • Medespelers beledigen of denigrerende opmerkingen over hen maken;
  • Schreeuwen of ander ongepast gedrag;
  • Pesten of negatief benaderen van medespelers;
  • Het steeds te laat komen (indien ouders hier een rol in spelen bij vervoer deze aanspreken);
  • De kleedkamers niet schoon/netjes achterlaten;
  • Gebruik van mobiel tijdens de training of wedstrijd (mobiel hoort in de tas), behalve bij voorafgaand overleg wegens bijzondere situatie;
  • Gebruik van mobiel in privésfeer zoals de kleedkamer (het maken van foto’s van teamgenoten of tegenstanders in de kleedkamer);
  • Ongepast gedrag naar scheidsrechter;
  • (Ongevraagde) communicatie met de scheidsrechter door een ander dan de aanvoerder.

Ouders – Wat wordt gewenst als gedrag?

Gedrag dat de spelers helpt/ondersteunt/motiveert en niet tegenwerkt bij hun spel:

  • Respectvol zijn naar scheidsrechters, coaches en spelers;
  • Een positieve houding ten opzichte van de organisatie: een volleybalvereniging werkt met vrijwilligers die hun best doen er een mooie vereniging van te maken. Een positieve bijdrage wordt gewaardeerd;
  • Een stimulerende en motiverende houding aannemen naar het kind, ook indien het niet je eigen kind is;
  • Een stimulerende en motiverende houding aannemen naar het team, aanmoedigen van het team.

Positief meewerken aan regelingen rondom vervoer, e.d. zoals:

  • Afmelden kan soms noodzakelijk zijn, doe dit zo snel dit duidelijk is. Afmelden doe je bij de trainer, niet bij een teamgenoot;
  • Kom op tijd, ook bij onderlinge afspraken over gegroepeerd rijden (tip: spreek niet enkel een gezamenlijke vertrektijd af, maar spreek ook af dat bij te laat komen de rest van het team niet wacht. Neem wel contact op met elkaar en wissel hiertoe mobiele nummers uit).

Waarop kunnen wij ouders aanspreken?

Voor de duidelijkheid volgen hieronder als voorbeeld enkele gedragingen die het wedstrijdverloop negatief kunnen beïnvloeden, zoals:

  • Zich bemoeien met kind tijdens training, wedstrijd of nabespreking;
  • Uitfluiten van het andere team, of negatief zijn tegenover (spelers van) het andere team of ouders;
  • Zich hoorbaar bemoeien met (vermeend) onterechte beslissingen van de scheidsrechter. Dit dienen anderen te doen en bij escalaties kan de NeVoBo worden ingeschakeld;
  • Op de spelersbank gaan zitten of in het veld stappen tijdens de wedstrijd, uitgezonderd indien hulp bij tellen of bij het invullen van het wedstrijdformulier wordt afgesproken (bespreek desnoods opmerkingen na de wedstrijd met de trainer/coach).

Indien zij zich teveel met het beleid van de trainer gaan bemoeien, zoals:

  • De trainer herhaald bellen met een mening over de training (deze vragen horen thuis bij de betreffende vertegenwoordiger van de Technische Commissie);
  • In het algemeen een te belastend contact met Sovicos-leden, zeker als dit wordt aangegeven door de betreffende persoon.

Trainers – Wat wordt gewenst als gedrag?

In relatie tot het positief training geven:

  • Positieve houding t.o.v. de spelers, zorgen voor een aangename sfeer;
  • Spelers komen om het volleybal te leren, laat op gepaste wijze waardering zien voor hun ontwikkeling hierin, kortom: positief trainen/coachen;
  • Training afstemmen op niveau van spelers en team;
  • Saamhorigheid nastreven.

In relatie tot het respectvol training geven:

  • Een pedagogische benadering nastreven in de trainingen;
  • Evenveel aandacht geven aan iedere speler;
  • Een voorbeeldrol vervullen, waaraan de spelers zich graag willen spiegelen;
  • Culturele bijzonderheden en gelegenheden van sporters respecteren, voor zover niet risicovol.

In relatie tot een veilig klimaat:

  • Zieke of geblesseerde sporters benaderen met interesse en welwillendheid;
  • Beseffen dat je als trainer een voorbeeldfunctie hebt;
  • Normen en waarden duidelijk uitdragen, gedragsregels hanteren;
  • Stel ouders in kennis wanneer er twijfels zijn over het welzijn van een speler;
  • Neem contact op met het bestuur of een vertrouwenscontactpersoon indien (een vermoeden van) pestgedrag, moeizame communicatie met het team of andere gelijkaardige probleemgevallen spelen;
  • De begeleider moet zorgen voor een omgeving en een sfeer waarbinnen de sporter zich veilig kan voelen;
  • De begeleider onthoudt zich ervan de sporter te bejegenen op een wijze die de sporter in zijn waardigheid aantast, én verder in het privéleven van de sporter door te dringen dan nodig is in het kader van de sportbeoefening;
  • De begeleider onthoudt zich van elke vorm van (machts)misbruik of seksuele intimidatie tegenover de sporter;
  • Seksuele handelingen en seksuele relaties tussen de begeleider en de jeugdige sporter tot zestien jaar zijn onder geen beding geoorloofd en worden beschouwd als seksueel misbruik.

Waarop kunnen wij trainers aanspreken?

Voor de duidelijkheid volgen hieronder als voorbeeld enkele concrete situaties die als ongewenst worden gezien.

In relatie tot onveilig gedrag van de trainer:

  • Spelers in het openbaar negatief bekritiseren;
  • Zonder de (schriftelijke) uitdrukkelijke toestemming van de speler, persoonlijke of vertrouwelijke informatie openbaar maken;
  • Gebruik van mobiel in privésfeer zoals de kleedkamer (het maken van foto’s van spelers of tegenstanders in de kleedkamer);
  • Gedrag hanteren dat als pesten zou kunnen worden uitgelegd;
  • Kleedkamer is verboden gebied, melden als deur openstaat aan spelers;
  • Meer fysieke aanraking dan functioneel noodzakelijk, teveel fysieke aanraking concentreren rond één speler.

In relatie tot voorbeeldgedrag:

  • Roken / alcohol- en drugsgebruik tijdens de training of wedstrijd;
  • Zelf wel met een mobieltje bezig zijn;
  • Overmatig alcoholgebruik na de training of wedstrijd.